Aanleiding
Sinds vorig jaar is er veel aandacht geweest in de media voor de zogenaamde Toeslagaffaire. Ouders zouden ten onrechte als fraudeurs zijn aangemerkt en moesten in sommige gevallen duizenden euro’s aan ontvangen toeslagen terugbetalen.
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is naar aanleiding van een in april 2017 ontvangen signaal over het mogelijk verwerken van de dubbele nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag door de Belastingdienst ambtshalve een onderzoek gestart. Uit het vandaag verschenen onderzoeksrapport van de AP blijkt dat het onderdeel van de Belastingdienst dat belast is met het toekennen, uitbetalen en terugvorderen van de kinderopvangtoeslag bij het verwerken van de nationaliteit van de aanvragers tot 25 mei 2018 de Wet bescherming persoonsgegevens en vanaf 25 mei 2018 de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) heeft overtreden.
De verwerkingen waren onrechtmatig, discriminerend en daarmee onbehoorlijk. De AP spreekt van serieuze en zware overtredingen van de AVG. Een eventuele sanctie kan in het najaar van 2020 worden verwacht.
Onderzoek AP bij de Belastingdienst
De voorzitter van de AP heeft bij de presentatie van het onderzoeksrapport vandaag aangegeven dat het bijzonder veel moeite heeft gekost om informatie boven water te krijgen. Ook kwamen er telkens nieuwe feiten boven tafel. Feiten die het onderzoek dat tot dusver was gedaan, weer op z’n kop zetten. Bovendien werd niet altijd meteen de waarheid verteld. Zo ontkende de Belastingdienst in eerste instantie zelfs de dubbele nationaliteit van mensen te bewaren. Meerdere keren moest de toezichthouder de Belastingdienst wijzen op de gevolgen van niet meewerken, zoals een last onder dwangsom of een boete. De AP merkt hierbij op dat het proces merkbaar is verbeterd sinds de nieuwe ambtelijke en politieke leiding van de Belastingdienst is aangetreden.
Ook is vandaag bij de presentatie van het onderzoeksrapport gewezen op het gevaar van het gebruik van algoritmes. Algoritmes kunnen heel nuttig zijn. Maar omdat er technisch en digitaal zo veel kan, is de grens tussen ‘wat knap dat dit kan’ en ‘bloedlink wat hier gebeurt’ nog nooit zo dun geweest, aldus Aleid Wolfsen. Het niet-noodzakelijke gebruik van gegevens kan leiden tot onrechtmatige, discriminerende en daarmee onbehoorlijke verwerkingen. Dat laat het vandaag verschenen rapport duidelijk zien.
Beoordeling rechtmatigheid en behoorlijkheid door de AP
De AP heeft onderzocht of de verwerkingen van nationaliteit door de Belastingdienst in het kader van kinderopvangtoeslag rechtmatig en behoorlijk zijn in de zin van artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a van de AVG en de artikelen 6 en 8 van de Wbp.
Ten aanzien van de rechtmatigheid constateert de AP drie overtredingen door de Belastingdienst.
Eerste overtreding: verwerking van de dubbele nationaliteit van Nederlanders
De eerste overtreding ziet op de verwerking van de dubbele nationaliteit van Nederlanders. De Belastingdienst bewaart de nationaliteit van onder anderen aanvragers in het Toeslagen Verstrekkingen Systeem (TVS). In het TVS bevinden zich ook gegevens over een eventuele dubbele nationaliteit van Nederlanders. Op 25 mei 2018 stonden in totaal 1,4 miljoen burgers met een dubbele nationaliteit geregistreerd in TVS. De gegevens hadden al in januari 2014 gewist moeten zijn. Op 12 januari 2020 ging het nog om 3.400 Nederlanders waarvan de dubbele nationaliteit werd bewaard in TVS en die kinderopvangtoeslag hadden aangevraagd. Op 10 april 2020 ging dit nog om drie personen. De AP acht deze verwerking niet noodzakelijk voor de vervulling van een publieke taak van de Belastingdienst. De verwerking is dan ook in strijd met artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a, gelezen in samenhang met artikel 6, eerste lid aanhef en onder e, van de AVG en artikel 8 van de Wbp, aldus de AP.
Tweede overtreding: het verwerken van de nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag
De tweede overtreding ziet op het verwerken van de nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag voor een indicator in het risico-classificatiemodel. De Belastingdienst gebruikt een risico-classificatiemodel om aanvragen en wijzigingen met het hoogste risico op onjuistheden te selecteren en vervolgens aan te bieden voor een handmatige controle door een medewerker. Onderdeel van het risico-classificatiemodel was in ieder geval sinds maart 2016 tot oktober 2018 de indicator Nederlanderschap/niet-Nederlanderschap. Om vast te stellen of sprake was van het Nederlanderschap werd de nationaliteit van de aanvrager gebruikt. De AP concludeert dat de verwerking van de nationaliteit voor de indicator Nederlanderschap/niet-Nederlanderschap in ieder geval vanaf maart 2016 tot oktober 2018 in het risico-classificatiemodel niet noodzakelijk was voor de uitoefening van de publieke taak die aan Toeslagen is opgedragen. Daarmee is deze verwerking in strijd met artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a, gelezen in samenhang met artikel 6, eerste lid, van de AVG en artikel 6, gelezen in samenhang met artikel 8, van de Wbp.
Derde overtreding: het verwerken van nationaliteit voor de aanpak van georganiseerde fraude
De derde overtreding ziet op het verwerken van nationaliteit voor de aanpak van georganiseerde fraude. Door maandelijks een query uit te voeren op de nationaliteit van alle aanvragers in het Toeslagenportaal, ontstond een beeld van het aantal aanvragen per nationaliteit. Een verhoogde activiteit binnen een bepaalde nationaliteit ten opzichte van een voorgaande periode kon, in combinatie met bijvoorbeeld DigiD’s of BSN’s die betrokken waren bij eerdere fraudeonderzoeken, aanleiding vormen voor verder onderzoek. Deze verwerking is wederom niet noodzakelijk voor de vervulling van een publieke taak van de Belastingdienst . Daarom is deze verwerking in strijd met artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a, gelezen in samenhang met artikel 6, eerste lid aanhef en onder e, van de AVG en artikel 6, gelezen in samenhang met artikel 8, van de Wbp.
Conclusie
Door deze overtredingen heeft de minister van Financiën, als verwerkingsverantwoordelijke, gehandeld in strijd met het beginsel van rechtmatigheid, neergelegd in artikel 5, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 6, eerste lid, van de AVG en artikel 6, gelezen in samenhang met artikel 8 van de Wbp.
De AP heeft ook de behoorlijkheid van de verwerkingen beoordeeld. Persoonsgegevens dienen niet alleen rechtmatig te worden verwerkt, maar ook in overeenstemming met het beginsel van behoorlijkheid, neergelegd in artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a, van de AVG. Dit betekent in ieder geval dat verwerkingen niet in strijd mogen zijn met fundamentele rechtsbeginselen, zoals het discriminatieverbod. Twee typen verwerkingen zijn volgens de AP discriminerend en daarmee onbehoorlijk: het gebruik van de nationaliteit voor een indicator in het risico-classificatiemodel en het verwerken van de nationaliteit voor de opsporing van georganiseerde fraude met kinderopvangtoeslag is daarnaast discriminerend en daarmee onbehoorlijk . Bij beide verwerkingen wordt onderscheid gemaakt op grond van nationaliteit, zonder dat daar een objectieve rechtvaardigingsgrond voor bestaat.
Door deze overtredingen heeft de minister van Financiën, als verwerkingsverantwoordelijke, gehandeld in strijd met het beginsel van behoorlijkheid, neergelegd in artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a, van de AVG en artikel 6 van de Wbp.
De verwerking van persoonsgegevens behoort rechtmatig, behoorlijk en bovendien transparant te zijn. Dat eist de Avg van verwerkingsverantwoordelijken. Uit het vandaag gepubliceerde onderzoeksrapport blijkt dat de belastingdienst de bescherming van grondrechten jarenlang niet serieus heeft genomen. Niet alleen heeft ze de beginselen van de AVG overtreden en daarmee de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ook heeft ze het gelijkheidsbeginsel en daarmee ook het discriminatieverbod met voeten getreden. Wij zijn benieuwd welke sancties de AP hieraan zal verbinden.
Meer informatie
Heeft u vragen of heeft u behoefte aan een afspraak? Neem gerust contact met ons op via +31 0 (70) 392 22 09 of info@duthler.nl.